|
||||||||
Je kunt over de Noor Amund Aarud veel zeggen,maar alvast niet dat hij een one trick pony is. Daarvoor bevat zijn bijna twintigjarige carrière iets te veel bewijzen van het tegendeel: of het nu met het recent in deze kolommen besproken Amgala Temple is en de progrocktoer opgaat, dan wel met de bluesband die zijn naam draagt of met broer Henrik onder de verbasterde familienaam Morudes, waarmee hij voluit voor de bluesrock gaat…als Amund in de buurt is, staat er wat te gebeuren. Voor deze nieuwe plaat vormt hij een team met de veelgelauwerde Noorse bluegrass band The Lucky Lips, die twee jaar geleden tot “European Bluegrass Band of the year” uitgeroepen werden. De gasten kennen elkaar al lang en spraken al jaren over “samen een plaat maken”, maar je kent dat wel: agenda’s en zo. Hoe dan ook: het kwam er in 2018 toch van en deze plaat is het resultaat. Ze bevat negen songs, waarvan Amund er drie helemaal in z’n eentje schreef, drie samen met goeie maat Jace Everett uit Nashville en drie met Kim E. Bergseth, één van de onbetwiste leidende figuren uit de Noorse amusementsmuziek, die zowel in pop als rock als schlager en country aan de slag is en die bij voorbeeld producer was voor zangeres/actrice Wenche Myhre, die we hier kennen als originele zangeres van “Hij heeft een knalrode gummiboot”, maar dit geheel terzijde. Drie medecomponisten dus en dan zou je kunnen vrezen dat de plaat een gebrek aan samenhang vertoont, maar dat is een val waar de kundige muzikanten allerminst in trappen: de blues en country -met slechts bij zeldzame momenten een spoor van bluegrass- wordt bijzonder kundig tot leven gebracht, Amund zingt met heel veel soul door z’n stem en of hij nu het gezelschap krijgt van zangeres Malin Petersen -zoals in het fraaie en erg ingetogen “Going Home”, dat je op bijgaand filmpje kunt bekijken- of geruggensteund door een opzwepend, in gospel gedrenkt koortje, zoals in het geweldige “Carry Me”: Amund weet verdomd goed waar hij mee bezig is. Of de plaat nu al of niet een hidden track bevat, daar ben ik nog niet helemaal uit, maar feit is dat na de hevige eruptie van “Carry Me”, er nog een heel erg mooi, traag en rustig instrumentaaltje volgt, dat ik, ook niet na veelvuldige beluistering, onmogelijk als tweede deel van dat “Carry Me” kan beschouwen. Hoe het ook zij: deze plaat is veelzijdig en gevarieerd genoeg om U en mij een heel fijn halfuurtje rootsy muziekplezier te verschaffen en ze bevat, naast de titels die ik al vermeldde, nog verschillende tracks, die rijp zijn voor radio. Ik denk dan niet zozeer aan opener “Change of Heart”, dat mij een tikkeltje te schatplichtig lijkt aan Mumford & Sons, maar wel aan “Perfect Stranger”, de titelsong dus en aan “Translate My Instructions”, waarin de soul komt bovendrijven en je onwillekeurig aan CCR gaat denken. Al met al: een fijne plaat van een kerel met heel veel en heel verschillende gezichten en die nu stilaan wel door de wereld buiten Scandinavië ontdekt mag worden! (Dani Heyvaert)
|
||||||||
|
||||||||